analytics

25 procent van de werknemers werkt thuis

Thuiswerken wint langzaam terrein. Dat blijkt uit cijfers die zijn verzameld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Gemiddeld werd per week 6 uur en 12 minuten thuis gewerkt.

Vorig jaar werkte iets meer dan 27 procent van alle werknemers minstens een uur per week thuis. In 2005 was dat ruim 25 procent. Per thuiswerker werd vorig jaar gemiddeld 6,2 uur per week thuis gewerkt tegen 5,5 uur 5 jaar eerder.
Vooral in het onderwijs wordt thuis gewerkt. Het gaat dan onder meer om nakijken van huiswerk en voorbereiden van lessen. Daarnaast wordt veel thuis gewerkt in de financiële sector, de zakelijke dienstverlening en in de culturele sector. Thuiswerken komt vooral voor bij werknemers met een hoge opleiding. Vorig jaar werkte bijna 50 procent van de hoogopgeleide werknemers thuis. Bij de werknemers met een middelbare opleiding was dat 20 procent en bij de laagopgeleiden iets meer dan 10 procent.
Van de mannen werkte in 2010 bijna 30 procent thuis, tegen bijna 25 procent van de vrouwen. Verder komt thuiswerken meer voor bij 25-plussers dan bij jongeren. In 2010 werkten drie op de tien werknemers van 25 tot 65 jaar thuis. Onder de 15- tot 25-jarigen was dat met ruim een op de tien een stuk minder. Dat heeft deels te maken met de sectoren waarin zij werkzaam zijn. Jongeren hebben bijvoorbeeld vaak een baan in de horeca.
AG

http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/arbeid-sociale-zekerheid/publicaties/artikelen/archief/2011/2011-3452-wm.htm

Ruim 27 procent Nederlanders werkt thuis

In 2010 werkte ruim 27 procent van de Nederlandse werknemers minstens 1 uur per week thuis. Thuiswerken komt het vaakst voor in het onderwijs gevolgd door de financiële dienstverlening. Vooral hoogopgeleiden werken thuis.

Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

In 2005 werkte ruim 25 procent thuis. In 2010 werd per thuiswerker gemiddeld 6,2 uur per week thuisgewerkt, tegen 5,5 uur vijf jaar eerder.

Sector en thuiswerken

Ruim 60 procent van alle werknemers in het onderwijs werkt thuis. Het gaat dan met name om het voorbereiden van de lessen en het nakijken van huiswerk. Ook in de in de financiële dienstverlening, in de bedrijfstak cultuur en overige diensten en in de zakelijke dienstverlening relatief veel thuisgewerkt.

Opleiding en thuiswerken

Met name onder hoger opgeleiden komt thuiswerken voor. Zo werkte in 2010 werkte bijna de helft van de hoogopgeleide werknemers thuis. Bij de werknemers met een middelbare opleiding was dat een op de vijf en bij de laagopgeleiden een op de acht.

Sekse, leeftijd en thuiswerken

Bijna 30 procent van de mannen werkte in 2010 thuis, tegen bijna 25 procent van de vrouwen. Thuiswerken komt ook meer voor bij 25-plussers dan bij jongeren. In 2010 werkten drie op de tien werknemers van 25 tot 65 jaar thuis. Onder de 15- tot 25-jarigen was dat een op de tien. Dit komt deels door de sectoren waarin jongeren werkzaam zijn, bijvoorbeeld de horeca.