analytics

5 vragen over de Wet flexibel werken

Het Nieuwe Werken is een zaak van werkgevers en werknemers, maar werkgevers laten het er nog te veel bij zitten. Dat zegt Eddy van Hijum in reactie op vragen die hem werden voorgelegd door OHNW.nl.

Vijf vragen over de Wet flexibel werken:


1. Wat is de aanleiding voor de Wet flexibel werken?
'Werknemers moeten meer mogelijkheden krijgen om te werken op het moment en de plek die hen het beste uitkomt. Door er bijvoorbeeld voor te kunnen kiezen later te beginnen, om de kinderen naar school te kunnen brengen. Of juist eerder, om aan het einde van de dag nog even de boodschappen te kunnen doen voor een zieke ouder, vriend of buurvrouw.



Flexibele werknemers zijn meer tevreden over hun baan. Ze kunnen meer werk aan en ze werken efficiënter. Ook bespaart de werknemer dankzij telewerken reistijd, gemiddeld een uur per dag. Bovendien worden bedrijven aantrekkelijker voor werknemers als die zelf inspraak hebben op hun werktijden.


Dit wetsvoorstel regelt dan ook de mogelijkheid voor de werknemer om een verzoek in te dienen bij de werkgever tot aanpassing van de arbeidstijden en de arbeidsplek. De werkgever dient binnen twee maanden op dit verzoek te reageren.


De werkgever kan een dergelijk verzoek alleen vanwege zwaarwegende bedrijfsbelangen weigeren. Bovendien krijgt de werknemer de mogelijkheid om elk jaar een dergelijk verzoek in te dienen.'


2. Voor wie is de initiatiefwet vooral bedoeld?
'Wij willen met dit wetsvoorstel een bijdrage leveren aan een cultuuromslag op de werkvloer. Alle werknemers moeten de mogelijkheid krijgen om dit aan te kaarten bij hun werkgever.



Natuurlijk lenen niet alle taken zich voor flexibele arbeidstijden. Maar er zijn wel steeds meer mogelijkheden om flexibel te werken. De secretaresse van een bouwbedrijf valt onder dezelfde cao als de bouwvakkers, maar er is geen dwingende reden om haar werktijden niet flexibel in te richten. Zelfs voor de bouwvakkers zijn er mogelijkheden om de werktijden minder rigide in te vullen.


Er zijn technisch bovendien steeds meer mogelijkheden om thuis te werken. Vooralsnog worden deze mogelijkheden nog meer benut door mannen dan door vrouwen. En telewerken is nu nog vooral een zaak van hoger opgeleiden. Deze punten willen we ook veranderen door middel van deze initiatiefwet.'


3. Kunnen werkgevers en werknemers dit niet onderling regelen?
'In principe is dit inderdaad een zaak van werkgevers en werknemers zelf, maar die laten het er nog te veel bij zitten. Ze voelen te weinig urgentie. Tegelijkertijd zie je wel een enorme behoefte bij werknemers. Voor jonge ouders staat de wens voor meer flexibiliteit qua werktijden en werkplek met stip op één, ver boven meer kinderopvangmogelijkheden en verlof.



Je ziet dat in nog maar weinig cao's hierover afspraken zijn gemaakt zijn. Overigens is het wettelijk recht zoals dat wordt voorgesteld niet van toepassing op werknemers die onder de werking van een cao vallen met inhoudelijke bepalingen over flexibel werken. Als sociale partners dus zelf al ter zake doende bepalingen hebben opgenomen, is dat ook uitstekend.'


4. Wat heeft een leraar of bouwvakker hieraan?
'Net als voor alle werknemers is het ook voor leraren en bouwvakkers van groot belang om een goede balans aan te brengen tussen werken en privé. Ook in sectoren die zich op het eerste gezicht minder lenen voor flexibel werken, zijn er best mogelijkheden.



Het Nieuwe Werken is ook vooral een slimmere manier van zaken organiseren. Opdrachtgevers in de bouw kunnen bijvoorbeeld beperkingen ten aanzien van werklast en overlast wegnemen. Denk bijvoorbeeld aan het verlenen van fictieve kortingen voor aanbieders die hun mobiliteit slim regelen. Voor bouwvakkers zijn ook vormen van zelfroosteren mogelijk.


Ook voor leraren zijn er mogelijkheden op dit vlak, bijvoorbeeld door de technologische ontwikkelingen. Het wetsvoorstel draagt bij aan de cultuuromslag die dit soort slimmere oplossingen mogelijk en vanzelfsprekend moet maken.'


5. Hoe ziet u de toekomst van Het Nieuwe Werken?
'Het is belangrijk dat Het Nieuwe Werken niet blijft hangen in een hype. Het Nieuwe Werken zal zich de komende jaren verder moeten ontwikkelen. Het biedt wel degelijk veel kansen voor de werknemer als voor de werkgever.



Enerzijds biedt het mogelijkheden om de eigen verantwoordelijkheid van de professional te benadrukken. De werkgever moet de werknemer het vertrouwen bieden om zelfstandiger binnen de organisatie te kunnen functioneren. Hierbij hoort ook een flexibele werkomgeving met een goede balans tussen arbeid en privé.


Anderzijds biedt het de werkgever een flexibele en tevreden werknemer. Het initiatiefwetsvoorstel probeert bij te dragen aan het creëren van een goede werkomgeving. Dit draagt bij aan goed functionerende arbeidsmarkt en een bloeiende economie.'


Bron: http://www.ohnw.nl